Ga verder naar de inhoud

Mismatch

De mismatch tussen de vraag naar en het aanbod van arbeid nam in Vlaanderen het afgelopen decennium stelselmatig toe en is vandaag schrijnender dan ooit. Enerzijds is er een kwantitatieve mismatch: het aantal vacatures stijgt, terwijl het aantal werkzoekenden zonder werk een dalend verloop kent, wat – zeker in de huidige situatie van absolute hoogconjunctuur – resulteert in een nijpende krapte op de arbeidsmarkt. Anderzijds kennen we een kwalitatieve mismatch: de aanwezige competenties op de arbeidsmarkt komen steeds minder overeen met wat organisaties nu of in de toekomst nodig hebben. Met andere woorden: de weinige vissen in de vijver zijn niet altijd de vissen die de bedrijven zoeken. Arbeidsmarktexperten zien beide vormen van mismatch als een belangrijke rem op de groei van onze economie en op het maatschappelijk herstel na COVID-19, zeker nu de verwachte recessie uitblijft en onze bedrijven weer volop willen aanwerven en uitbreiden. Als Steunpunt Werk duiden we met cijferwerk en analyses deze belangrijke thematiek. We werken ook aanbevelingen uit om het Vlaamse arbeidsmarktbeleid te helpen oriënteren en ondersteunen.

Kwantitatieve mismatch in kaart via verschillende invalshoeken

Een eerste belangrijk onderdeel van het onderzoek naar de mismatch op de arbeidsmarkt van het Steunpunt Werk betreft het verwerken van verschillende databronnen tot unieke, gedetailleerde en vrij toegankelijke arbeidsmarkt-indicatoren en -projecties die we vervolgens meer diepgaand analyseren om als basis te dienen voor evaluaties van en adviezen voor arbeidsmarktbeleid en –initiatieven. We brengen indicatoren op vlak van het gevraagde en het aangeboden arbeidsvolume in kaart.

Langs de vraagzijde houden we de vinger aan de pols via onze monitoring en rapportage van Trendindicatoren. We merken er een stevig herstel van de Vlaamse arbeidsmarkt na het eerste anderhalf jaar van de COVID-19-pandemie met een sterke economische groei, in combinatie met een forse stijging van het aantal ontvangen vacatures en een loontrekkende bevolking die stilaan terug op niveau geraakt. Uit de Trendindicatoren en onze sectorprojecties leren we bovendien dat verschillende sectoren een sterke arbeidsvraag kennen en deze ook zal aanhouden de komende jaren. De lange termijn evoluties aan de vraagzijde van de arbeidsmarkt volgen we op in onze cijferreeks ‘Jobs en vacatures’. Dit doen we aan de hand van het aantal ontvangen VDAB-vacatures, het aantal openstaande VDAB-vacatures naar werkervaring, onderwijsniveau en beroepsgroep en via de vacaturegraad (d.i. het aandeel vacatures in de totale arbeidsvraag) voor Vlaanderen in een Europees perspectief. Daarnaast bieden we in het kader van onze Vlaamse Arbeidsrekening onder andere tijdreeksen met betrekking tot het aantal jobs aan tot op het niveau van de gemeenten. Via de afgeleide variabele jobratio krijgen we zo zicht op de gemeenten met relatief veel jobs, waardoor die afhankelijk zijn van inkomende pendel, maar ook vatbaar voor krapteproblematieken.

Langs de aanbodzijde merken we dat het arbeidsaanbod onder druk staat. Onze Trendindcatoren tonen een dalend aantal niet-werkende werkzoekenden. Met onze berekeningen van de vervangingsvraag van 55-plussers wijzen we er dan weer op dat er de komende jaren een sterke netto-uitstroom zal zijn van 55-plussers die de Vlaamse arbeidsmarkt verlaten. De volgende jaren stromen in Vlaanderen zowat 77.000 55-plussers uit per jaar. Tegelijk bereikte de bevolking op arbeidsleeftijd in Vlaanderen haar piek en veronderstellen de projecties van het Federaal Planbureau een licht dalende trend voor de volgen jaren. Onze berekeningen m.b.t. de werkzaamheidsgraad naar leeftijd, tonen bovendien aan dat de meest gegeerde profielen van 25-49-jarige hooggeschoolden al bijna maximaal ingezet worden met een werkzaamheidsgraad die tot de Europese top behoort en de 90% overschrijdt. Daar tegenover staat een nog steeds ruime groep van niet-beroepsactieven. Ook bij de werkenden is er nog ruimte om hen sterker in te zetten op de arbeidsmarkt.

Op basis van de confrontatie van de vraag- en aanbodzijde, kunnen we kwantitatieve mismatches of tekorten afleiden. Via de spanningsratio die we monitoren in onze trendindicatoren is het duidelijk dat de krapte op de Vlaamse arbeidsmarkt steeds nijpender wordt. De spanningsratio druk het aantal werkzoekenden zonder werk (wzw) uit ten opzichte van het aantal openstaande vacatures die bij VDAB worden gemeld. De combinatie van absolute hoogconjunctuur op de vacaturemarkt en het dalende aantal wzw stuwt de spanningsratio verder naar omlaag tot 1,9. Voor het eerst zijn er dus minder dan twee werkzoekenden in bemiddeling beschikbaar per openstaande vacature. In het themanummer voor Over.Werk van juni 2022 m.b.t. krapte op de arbeidsmarkt, gaan we met onderstaand artikel dieper in op de spanningsratio en de confrontatie van de vraag- en aanbodzijde.

Een ruime en inclusieve blik op het arbeidspotentieel

Onze analyses geven weer dat de “traditionele” groep van de arbeidsreserve, namelijk de actieve werklozen, niet volstaan om aan de (toekomstige) arbeidsvraag te voldoen. Met het Steunpunt Werk zetten we al geruime tijd in op het ontwikkelen, doorlichten en onderbouwen van een inclusieve kijk op het arbeidspotentieel in de bevolking op beroepsactieve leeftijd. We hanteren daarbij een verbredende visie door zowel verschillende groepen werkenden (bv. onvrijwillig deeltijds werkenden) als niet-beroepsactieven (bv. huismannen en –vrouwen, arbeidsongeschikten, ontmoedigde werklozen) in detail te bestuderen. Met ons studiewerk wijzen we erop dat financiële prikkels niet voldoende zijn om mensen te laten toestappen tot de arbeidsmarkt, maar dat er ook individuele-, werkgevers- en systeemdrempels zijn waar men op botst die moeten worden weggewerkt opdat er vlotter kan geparticipeerd worden aan de Vlaamse arbeidsmarkt.

Kwalitatieve mismatch

Het verruimen van het arbeidsmarktpotentieel helpt om de kwantitatieve mismatch op de arbeidsmarkt aan te pakken, maar werkt de kwalitatieve mismatch nog niet weg. Een belangrijk aandachtspunt van ons Steunpunt Werk is daarom het duiden en ontwikkelen van een aanvullend leer- en loopbaanoffensief zodat de competenties van arbeidskrachten en het arbeidspotentieel voldoende in lijn zijn of worden met de competentienoden van organisaties nu en in de toekomst. Daarbij is er ook nood aan een meer flexibele arbeidsmarkt waar drempels voor arbeidsmarktmobiliteit – zowel bij werkgevers als individuen – zoveel mogelijk weggewerkt worden zodat arbeidskrachten vlotter kunnen bewegen. Op dit vlak hebben we verschillende producten binnen het Steunpunt Werk waarmee we aspecten van en oplossingen voor de kwalitatieve mismatch helpen belichten:

  • In het tweede expertenadvies van de arbeidsmarktexpertengroep waar Sarah Vansteenkiste deel van uitmaakt, werken we aanbevelingen uit om de kwalitatieve mismatch in Vlaanderen te helpen beantwoorden via een leer- en loopbaanoffensief.
  • We monitoren en analyseren de opleidingsinspanningen van individuen en werkgevers, alsook de motivaties en drempels op dit vlak.
  • We monitoren en analyseren de arbeidsmarktmobiliteit in Vlaanderen.
  • We zijn gestart met de ontwikkeling van competentieprognoses waarmee we in de toekomst beter zich willen geven op kwantitatieve en kwalitatieve mismatches in Vlaanderen en waarmee burgers en organisaties aangezet kunnen worden tot actievere loopbanen en meer wendbare organisaties.