Ga verder naar de inhoud
Rapporten

Bedrijf weg, job weg?

20 dec. 2002 — C. Vermandere

Beschrijving

Jaarboek 'De arbeidsmarkt in Vlaanderen', editie 2002, hoofdstuk 12.

Samenvatting

Regelmatig brengen de media onheilsberichten over falende (gerenommeerde) bedrijven waarbij tal van mensen hun job verliezen. Hét voorbeeld bij uitstek in 2001 was natuurlijk Sabena, maar ook andere bedrijven zoals Lernout & Hauspie Speech Products of City Bird gingen vorig jaar over kop. Ook voor 2002 staan al enkele grote namen op het lijstje, zoals bijvoorbeeld Xeikon (420 werknemers) of CS2 (230 werknemers). Daarbij komen dan ook nog de kleinere bedrijfjes die roemloos ten onder gingen. Hier verloren even goed mensen hun job. Vinden we een effect van het aantal falende bedrijven terug in de werkgelegenheidsstatistieken?

Methodologie

12.1 Graydon-databank

De cijfergegevens met betrekking tot het aantal oprichtingen, het aantal falingen en het jobverlies door faling zijn gebaseerd op de Graydon-databank (ontlading op 12 juni 2002)(1). Deze databank baseert zich voor het aantal falingen op het aantal uitgesproken vonnissen, voor het aantal oprichtingen op de publicatie in het Belgisch Staatsblad en op de BTW-administratie. De databank omvat alle vennootschappen naar Belgisch recht, alsook alle officieel geregistreerde filialen van buitenlandse firma’s. Het gaat om een gecentraliseerde verdeling: een bedrijf met meerdere vestigingen wordt toegeschreven aan het arrondissement waar de maatschappelijke zetel is gevestigd. De indeling naar activiteitensector gebeurt volgens de NACE-BEL-nomenclatuur. Voor de analyse binnen het jaarboek werd deze indeling omgezet naar WAV-sectorindeling.

De indeling naar activiteitensector is beschikbaar voor alle juridische vormen van ondernemingen (NV, CV, BVBA, eenmanszaak,…). De verdeling naar ondernemingsgrootte of naar leeftijd van de onderneming is daarentegen enkel beschikbaar voor ondernemingen onder vennootschapsvorm.

1) De verdeling van het aantal verloren gegane jobs door faling naar ondernemingsgrootte van de gefailleerde onderneming betreft enkel de vennootschappen, op basis van publicatie in het Belgisch Staatsblad.(2) Dit betekent dat in deze telling enkel de jobs zijn opgenomen van bedrijven waarvoor het exacte aantal verloren gegane jobs is gekend. Voor een aantal bedrijven (vooral eenmanszaken en vennootschappen die failleren in het jaar van oprichting) is enkel gekend tot welke dimensieklasse ze behoren. Het jobverlies in deze bedrijven is niet exact gekend en wordt in de analyse van het jobverlies door faling naar ondernemingsgrootte niet meegeteld (in tegenstelling tot de andere paragrafen, waar het niet-exacte jobverlies werd geschat als het gemiddelde van de dimensieklasse waar het bedrijf toe behoorde).

2) Ook de verdeling van het aantal failliet gegane bedrijven naar leeftijd van de onderneming is enkel beschikbaar voor vennootschappen, waardoor de berekening van de falingsratio beperkt is tot de vennootschappen. De falingsratio geeft per oprichtingsjaar het aandeel vennootschappen aan dat in 2001 in faling is gegaan. De Graydon-databank biedt informatie over enerzijds het aantal opgerichte vennootschappen en anderzijds een verdeling naar ouderdom van de gefailleerde vennootschappen. Op basis van de leeftijd van de onderneming kan ook het oprichtingsjaar achterhaald worden.

12.2 RSZ-statistiek

Aangezien Graydon een gecentraliseerde geografische verdeling, op basis van de vestigingsplaats van de maatschappelijke zetel, hanteert, grijpen we voor een vergelijking met de netto-werkgelegenheidsevolutie eveneens naar de gecentraliseerde RSZ-statistiek van het aantal arbeidsplaatsen. Deze hanteert echter niet de vestigingsplaats van de maatschappelijke zetel maar de vestigingsplaats van de inrichting met de meeste werknemers. Een onderneming met maatschappelijke zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar waarvan de afdeling met de meeste werknemers in het Vlaams Gewest ligt, vind je met andere woorden in de Graydon-statistiek in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in de RSZ-statistiek in het Vlaams Gewest. Om deze verwarring te vermijden maken we de vergelijking tussen jobverlies door faling en werkgelegenheidsevolutie enkel op Belgisch niveau. Er wordt gewerkt met de ‘gecorrigeerde evolutie’, wat betekent dat jobtoename of -afname ten gevolge van administratieve verschuivingen wordt uitgezuiverd (zie ook methodologische bijlage bij hoofdstuk 9 werkgelegenheid).

Het aantal falingen ligt hoger in sectoren met veel bedrijven. Relatieve cijfers, waarbij per sector het aantal falingen in de loop van 2001 in verhouding wordt gezet tot het aantal bedrijven op 31 december 2000, kunnen dit grootte-effect uitzuiveren. Op basis van RSZ-bestanden (de brochure ‘Aantal in de sociale zekerheid opgenomen werkgevers en werknemers uit de privé-sector’) kennen we per activiteitssector het aantal aangiftes van werkgevers uit de privé-sector. Sommige werkgevers moeten echter meerdere aangiftes aan de RSZ overmaken, deze werkgevers worden dan ook meerdere keren geteld. De begripsbepaling ‘werkgever’ valt in de RSZ-statistiek dus niet helemaal samen met die in de Graydon-databank. Vandaar dat we ons moeten beperken tot een schatting van de relatieve cijfers.


(1) De ontlading van de gegevens over jobverlies door faling naar ondernemingsgrootte dateert van 22 februari 2002 maar werd op 19 juli 2002 bevestigd.

(2) De publicatie in het Staatsblad gebeurt 4 à 20 werkdagen na de uitspraak van het vonnis, sommige vonnissen worden echter niet gepubliceerd.