Ga verder naar de inhoud
Rapporten Copublicatie

Beleidskader: Actief arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen

20 dec. 2002 — L. Van Wichelen - W. Appeltans

Beschrijving

Jaarboek 'De arbeidsmarkt in Vlaanderen', editie 2002.

Samenvatting

Het Vlaamse arbeidsmarktbeleid omvat een uitgebreid gamma aan maatregelen en programma’s. De opzet van dit hoofdstuk is niet om daarvan een exhaustief overzicht te brengen, maar om het profiel van het Vlaamse beleid in Belgisch, Europees en internationaal perspectief te analyseren. Aansluitend worden de vastgestelde trends in het Vlaamse beleid tegen tegen het licht ehouden van het beschikbare (internationale) evaluatie-onderzoek. Als referentiekader hanteren we hierbij het concept van actief arbeidsmarktbeleid dat sinds begin jaren ’90 centraal staat in het discours van internationale instellingen zoals de OESO en de Europese Commissie. Actief arbeidsmarktbeleid is de gemeenschappelijke benaming voor allerlei directe interventies van de overheid, gericht op een (snellere) instroom van werklozen en inactieven in het arbeidsproces. Voorbeelden zijn beroepsopleiding voor werkzoekenden, sollicitatietraining, intensieve begeleiding, kortingen op de werkgeversbijdragen aan de sociale zekerheid, zachte leningen aan werklozen die een zelfstandige zaak opzetten, ... Het activeringsbeleid heeft een dubbele doelstelling. Een subsidiëring van de vraag naar arbeid (bv. via RSZ-bijdrageverminderingen) en een aanbodgerichte strategie waarbij investering in menselijk kapitaal vooropstaat (Nicaise, 2000).

Het concept actief arbeidsmarktbeleid is dus per definitie gericht op een vlotte instroom of doorstroom van werkzoekenden (en risico-werknemers) naar werk, via de creatie of stimulering van nieuwe jobs voor deze werkzoekenden of via het verhogen van hun inzetbaarheid. De nadruk ligt in deze bijdrage dus op het Vlaamse beleid gericht op werkzoekenden, waardoor een aantal andere maatregelen gericht op werknemers en werkgevers (zoals de sectorconvenanten, loopbaanbegeleiding, diversiteitsbeleid bij werkgevers,...) grotendeels buiten het blikveld vallen. Deze keuze betekent niet dat deze programma’s minder belangrijk of beleidsrelevant zouden zijn, maar is ingegeven vanuit het beschikbare internationaal vergelijkbare materiaal over bestedingen en deelnemers aan arbeidsmarktprogramma’s, met name de Labour Market Policy (LMP) databank van Eurostat. De keuze voor actief arbeidsmarktbeleid als invalshoek impliceert ook geen onvoorwaardelijke keuze voor zoveel mogelijk actief beleid en zo weinig mogelijk ‘passieve’ maatregelen (zoals werkloosheidsuitkeringen en brugpensioenen). In de recentste publicaties van de OESO wordt er overigens op gewezen dat door de minder scherpe scheidingslijn tussen actieve en passieve maatregelen het onderscheid tussen beide in de toekomst minder belangrijk zal worden (OESO, 2002). Het is dan ook van belang om een goede balans te vinden tussen passieve en actieve maatregelen en de negatieve neveneffecten van de actieve maatregelen te minimaliseren (Europese Commissie, 2002 b).

In dit hoofdstuk bespreken we eerst de preventieve aanpak van werkloosheid in Vlaanderen op basis van een analyse van VDAB-gegevens over de trajectwerking voor werkzoekenden (§1). Vervolgens wordt het actief arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen geanalyseerd in Belgisch en internationaal vergelijkend perspectief (§2). In deze paragraaf worden de bestedingen van de Belgische overheden voor actief en passief arbeidsmarktbeleid internationaal vergeleken (op basis van de LMP-data met betrekking tot 1999). Vervolgens verschuift de focus naar het profiel en de trends in het Vlaamse beleid (1998-2001) in Belgisch perspectief. Dit beeld wordt geactualiseerd voor 2002 en 2003 op basis van de Vlaamse begroting en de beleidsbrief van de Vlaamse Minister van Werkgelegenheid. Tot slot wordt de Vlaamse beleidspraktijk tegen het licht gehouden van het (internationale) evaluatie-onderzoek over de impact en efficiëntie van de diverse vormen van actief arbeidsmarktbeleid en worden in het besluit (§3) op basis hiervan een aantal beleidsconclusies geformuleerd.