De evolutie naar een meer diverse groep van werkzoekenden brengt nieuwe uitdagingen

De Vlaamse en de federale regering ambiëren om tegen 2030 een werkzaamheidsgraad van 80% te realiseren. Om deze mensen te vinden, moeten we verder zoeken dan de actieve werkzoekenden die reeds ingeschreven zijn bij VDAB. Sinds deze ambitie werd uitgesproken zijn er op beleidsniveau verschillende stappen ondernomen om de werkzaamheidsgraad te verhogen. Zo hebben VDAB en de lokale besturen hun samenwerking versterkt, in functie van onder andere het bereiken van de niet-beroepsactieven en andere werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daarnaast willen VDAB, het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV), en de ziekenfondsen intenser samenwerken en inzetten op meer kwalitatieve reïntegratietrajecten, zodat ook burgers met een ziekte-uitkering op termijn opnieuw geactiveerd kunnen worden. Een recente blik op de VDAB-cijfers van de ingeschreven werkzoekenden zonder werk doet vermoeden dat deze acties hun vruchten hebben afgeworpen. In maart 2024 was maar liefst 43% van de ingeschreven werkzoekenden voormalig niet-beroepsactief; 52% van de werkzoekenden waren werkzoekenden met een aanvraag voor een werkloosheidsuitkering. Tegenover maart 2019 is de groep voormalig niet-beroepsactieven met 66% gestegen. Met deze toename zien we eveneens een stijging van het aandeel klanten dat naar werk zoekt in kwetsbare omstandigheden, zoals met weinig kennis van het Nederlands, een korte scholing of zonder rijbewijs. Om tegen 2030 meer mensen aan het werk te krijgen, zullen we de niet-beroepsactieven met arbeidswens niet alleen moeten vinden en bereiken, maar zullen we hen met een gepast aanbod ook moeten klaarstomen voor de arbeidsmarkt van morgen.