Ga verder naar de inhoud
Rapporten

Dooft de kaars van Rosetta?

01 apr. 2003 — D. Malfait

Beschrijving

Drie jaar geleden, op 1 april 2000, trad het startbanenplan of Rosettaplan in werking. In deze paper ligt de nadruk op het beeld van de startbanen in 2002.

Tussen 1 april 2000 en 31 december 2002 werden in België 110 000 afgesloten startbaanovereenkomsten geregistreerd.

In de loop van 2002 ging het om bijna 31 600 startbanen. Vermits het grootste deel van de Belgische werkgelegenheid zich in het Vlaams Gewest (57%) situeert is het niet vreemd dat 54% van de startbanen zich in Vlaanderen bevindt en 66% wordt ingevuld door Vlaamse jongeren. In 2002 is ongeveer 54% van de Vlaamse jongeren in een startbaan een man, 96% heeft de Belgische nationaliteit, 36% heeft hoogstens een diploma lager secundair onderwijs en 76% is jonger dan 25 jaar. Ongeveer de helft van de Vlaamse jongeren in een startbaan behoort tot doelgroep 2, werkzoekenden jonger dan 25 jaar die langer dan 6 maand de school hebben verlaten. Ongeveer 43% van de jongeren is aangeworven met een contract van onbepaalde duur. De kleinhandel, de horeca en de vervoersondersteuning zijn de enige sectoren die de 3%-quota lijken te behalen. Gemiddeld wordt 63% van de afgesloten startbaanovereenkomsten ingevuld door jongeren uit de eigen streek.

Vanaf mei 2001 ligt het aantal uitstromers hoger dan het aantal instromers. Sinds de piek in mei 2001 neemt het aantal lopende startbaanovereenkomsten af. De daling is het sterkst in Vlaanderen. Binnen Vlaanderen tekent vooral de industrie een sterke achteruitgang op. Jongeren uit doelgroep 2, mannen en hogergeschoolden kenden de sterkste daling.

Ook de effectiviteit van het Rosettaplan is afgenomen. In december 2002 is het plan goed voor 17 à 19% van de uitstroombewegingen, tegenover 26 à 28% in april 2001. Alhoewel laaggeschoolde jongeren moeilijker uit de werkloosheid raken, bereikt het plan de laaggeschoolden in dezelfde mate dan hogergeschoolden.