Ga verder naar de inhoud
Rapporten

Levenslang leren: wie zijn ze? Wat doen ze? Wat drijft ze?

20 dec. 2004 — M. Booghmans - E. Stevens

Beschrijving

Jaarboek 'De arbeidsmarkt in Vlaanderen', editie 2004, hoofdstuk 14.

Samenvatting

In 2003 werd een ad hoc module omtrent levenslang leren aan de Enquête naar de Arbeidskrachten toegevoegd. Op basis van deze module dient geconcludeerd dat bijna de helft van de 15- tot en met 64-jarige Vlamingen deelneemt aan een van de drie vormen van levenslang leren die in de module beschouwd worden: opleidingen binnen en buiten het reguliere onderwijs en alle vormen van zelfstudie. Wanneer deze drie vormen van levenslang leren apart worden bestudeerd, krijgt men evenwel een meer gedifferentieerd beeld. Dan ziet men dat jongeren oververtegenwoordigd zijn in het reguliere onderwijs, dat werkenden, mannen, 25-49-jarigen en hooggeschoolden vaker een opleiding volgen buiten het reguliere onderwijssysteem en dat meer dan een kwart van de Vlamingen aan zelfstudie doet.

Methodologie

In 2003 werd een ad hoc module omtrent levenslang leren aan de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) toegevoegd. De cijfers in het hoofdstuk omtrent levenslang leren werden hierop gebaseerd.

De ad hoc module onderscheidt drie vormen van levenslang leren en gaat na in welke mate de respondenten hieraan hebben deelgenomen in de referentieperiode van één jaar.

Formeel leren speelt zich af in reguliere onderwijs- en opleidingsinstellingen en mondt uit in het verkrijgen van erkende diploma’s en getuigschriften. Het gaat hier om het secundair onderwijs, alternerend leren, leercontract en ondernemersopleiding bij het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen (VIZO), kunstonderwijs, postsecundair, hoger en universitair onderwijs en onderwijs voor sociale promotie. In wat hierna volgt, zal formeel leren worden besproken onder de noemer van regulier onderwijs.

Niet-formeel leren gebeurt buiten de grote onderwijs- en opleidingsstructuren om en mondt niet noodzakelijk uit in het verkrijgen van officiële diploma’s of getuigschriften. Niet-formeel leren kan gebeuren in opleidingscentra, op de werkplek, binnen maatschappelijke organisaties of groeperingen, bij organisaties of diensten naast formele systemen (kunst-, muziek-, kook- of sportklassen, privé-cursussen ter voorbereiding van een examen), via afstandsonderwijs, autorijschool, seminaries en conferenties.

Informeel leren, tot slot, wordt beperkt tot zelfstudie (met behulp van boeken, internet, radio, bibliotheek, enzovoort) met het oog op het verbeteren van de kennis en vaardigheden. Het gaat om een leeractiviteit zonder directe hulp van een ‘opleider’.

Evolutie van opleidingsparticipatie (kaderstukje)

Het hoofdstuk concentreert zich op de ad hoc module met betrekking tot levenslang leren die in 2003 aan de Labour Force Survey en aan de Enquête naar Arbeidskrachten werd toegevoegd. Deze module bevroeg de respondenten over hun opleidingsparticipatie in de twaalf maanden voorafgaand aan de enquête. In de Labour Force Survey zelf vinden we elk jaar eveneens een vraag naar opleidingsparticipatie. Alleen betreft het hier een referentieperiode van vier weken. Deze vraag laat ons toe om de evolutie van opleidingsparticipatie te bekijken sinds 1999.