Ga verder naar de inhoud
Rapporten Externe auteurs

Met één been op de arbeidsmarkt

20 dec. 2003 — E. Samoy

Beschrijving

Jaarboek 'De arbeidsmarkt in Vlaanderen', editie 2003, hoofdstuk 16.

Samenvatting

Dat personen met een handicap of met langdurige gezondheidsproblemen het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt is bekend, maar onze kennis daarover is maar heel partieel. In het tweede kwartaal van 2002 werd aan de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) een speciale module toegevoegd over de werkgelegenheid bij personen met een handicap. Dat laat ons toe om de omvang van de problemen wat beter in te schatten. In Vlaanderen zijn er 640 000 personen op arbeidsleeftijd (15 tot 64 jaar) die een handicap of een langdurig gezondheidsprobleem signaleren. Het zijn vaak ouderen en lagergeschoolden.

Minder dan de helft van de personen met een handicap (46%) is aan het werk, hetgeen beduidend lager is dan de werkzaamheidsgraad bij degenen zonder handicap of langdurig gezondheidsprobleem (67%). Handicaps en langdurige gezondheidsproblemen oefenen een negatieve invloed uit op de arbeidsdeelname. Bovendien spelen ook de aard en de oorzaak van de aandoening een rol. De laagste werkzaamheidsgraden vinden we bij de niet-arbeidsgebonden ongevallen en ziektes, de hoogste bij de ongevallen van/naar het werk en arbeidsongevallen.

Personen met een handicap werken vaker dan personen zonder handicap als arbeider in de privésector en minder vaak als bediende of als zelfstandige.

Methodologie

1. Personen met een handicap of langdurige gezondheidsproblemen

In het tweede kwartaal van 2002 werd aan de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) van het NIS een speciale module toegevoegd over de werkgelegenheid bij mensen met een handicap. De deelname aan de EAK is bij wet verplicht, maar het beantwoorden van de vragen uit de speciale module was facultatief. In totaal hebben 8,2% van de respondenten geweigerd te antwoorden (2,5% in Vlaanderen, 8,6% in Brussel en 18,5% in Wallonië). De analyses in dit hoofdstuk zijn gebeurd met uitsluiting van die non-respons; we gaan er dus van uit dat de verdeling over een kenmerk dezelfde is bij de non-respons als bij zij die wel hebben geantwoord. Vooral bij de analyses voor Wallonië, Brussel en België moeten we dit in het achterhoofd houden gezien de grote non-respons.

De speciale module over de werkgelegenheid bij personen met een handicap werd door de interviewer als volgt ingeleid:

"De volgende vragen gaan over uw gezondheid. Sommige mensen hebben lichamelijke gezondheidsproblemen of handicaps zoals ademhalingsproblemen of moeilijkheden bij het lopen, terwijl anderen psychologische of emotionele problemen hebben, of problemen met zien of horen."

De eerste vraag luidde dan:

“Hebt u een handicap of lijdt u aan een langdurig gezondheidsprobleem ? (Ja, Neen, Geen antwoord).”

2. De arbeidsmarktpositie van personen met een handicap of een langdurig gezondheidsprobleem

De kenmerken leeftijd, geslacht, onderwijsniveau, en handicaps of gezondheidsproblemen voeren we in een logistische regressie in, met het al dan niet werkzaam zijn als afhankelijke variabele. Met deze vorm van regressieanalyse, die geschikt is wanneer de afhankelijke variabele een tweedeling is, willen we nagaan hoe groot de invloed is van de vier kenmerken op de kans dat iemand aan het werk is.

Om technische redenen wordt in de logistische regressie gewerkt met de natuurlijke logaritme van kansverhoudingen. In dit geval gaat het om de natuurlijke logaritme van de kans om aan het werk te zijn gedeeld door de kans om niet aan het werk te zijn (= de logit). De analyse is beperkt tot mensen van 25 jaar en ouder. Beneden die leeftijd betekent ‘niet werkzaam zijn’ immers meestal dat men nog school loopt. Bovendien kunnen we de leeftijd daardoor beter in het analysemodel inbrengen. Er is immers vastgesteld dat de werkzaamheidsgraad heel snel stijgt in de periode van de overgang van school naar werk, maar daarna een hele tijd stabiel blijft tot zowat 50 jaar. Daarom is de leeftijd in twee klassen opgedeeld (van 25 tot en met 49 jaar en van 50 tot en met 64 jaar). Ook de andere onafhankelijke variabelen zijn tweedelingen: man-vrouw; laag geschoold (ten hoogste lager secundair onderwijs) - hoger geschoold; en met of zonder handicap of langdurige gezondheidsproblemen.