Ga verder naar de inhoud
Rapporten

Zo de ouders zongen, zo studeren de jongen?

20 dec. 2002 — E. Stevens

Beschrijving

Jaarboek 'De arbeidsmarkt in Vlaanderen', editie 2002, hoofdstuk 14.

Samenvatting

Europese schoolverlaters kennen een gemiddelde activiteitsgraad van 90%. Dit wil zeggen dat vrijwel alle jongeren na de schoolbanken hun intrede doen op de arbeidsmarkt. Deze arbeidsmarkt betreden is één zaak, een passende job vinden een andere. De meerderheid van de Belgische en Vlaamse schoolverlaters behaalde minstens een diploma hoger secundair onderwijs. Met dit onderwijsniveau overtreffen zij veelal hun ouders. Daarnaast mag men niet voorbijgaan aan het gegeven dat ongeveer 12% van de jongeren de schoolbanken vroegtijdig verlaat. Wanneer de schoolverlaters op de arbeidsmarkt komen, speelt dit onderwijsniveau een belangrijke rol. Hooggeschoolden zijn minder lang werkzoekend dan lagergeschoolden. Ook worden vele schoolverlaters geconfronteerd met contracten van bepaalde duur, deeltijdse arbeid en jobmismatch. Drie redenen om te blijven uitkijken naar een andere en vaak betere job: ongeveer één derde van de Belgische schoolverlaters realiseert een opwaartse mobiliteit binnen de eerste vijf jaar na het afstuderen.

Methodologie

14.1 Ad hoc module

De Enquête naar de Arbeidskrachten werd in 2000 aangevuld met een ad hoc module waarin werd gepeild naar de overgang van onderwijs naar arbeidsmarkt. Twintig landen werden hierin betrokken: Denemarken, Luxemburg, Verenigd Koninkrijk, Ierland, Duitsland, Nederland, Portugal, Oostenrijk, België, Finland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Spanje, Zweden, Hongarije, Roemenië, Slovenië, Slovakije en Litouwen. De module bestaat uit 11 bijkomende vragen. De bedoeling is om de module te herhalen zodat men longitudinale data verkrijgt. In de ad hoc module worden specifieke definities gehanteerd.

Een schoolverlater is een jongere tussen 15 en 35 jaar, die voor de eerste keer het voltijdse onderwijs of een voltijds trainingsprogramma heeft verlaten in de voorbije 5 tot 10 jaar. Deze definitie werd door verschillende landen op een andere manier ingevuld. De meeste landen kozen ervoor om die personen te ondervragen die 10 jaar geleden het onderwijs (of opleiding) verlieten. Finland, Luxemburg, Nederland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk kozen echter voor 5 jaar en dit om “herinneringsproblemen” te vermijden. Eurostat stelde bovendien dat personen die een opleiding (voltijds of deeltijds en algemeen of beroepsgericht) afrondden ook tot de steekproefpopulatie behoren. Sommige landen weken af van deze ruime definitie en inteviewden enkel personen die het officiële onderwijs verlieten.

Verder definieert de ad hoc module de eerste significante job als een job die langer dan 6 maanden wordt uitgeoefend, met uitzondering van occasionele jobs.

In de ad hoc module werd de groep schoolverlaters ingedeeld in drie onderwijsniveaus op basis van de International Standard Classification of Education (ISCED). Het laagste onderwijsniveau omvat de personen die een diploma basisonderwijs of lager secundair onderwijs behaalden (ISCED 1-2). Het middelste onderwijsniveau (ISCED 3-4) bestaat uit die personen die een diploma hoger secundair onderwijs behaalden of een diploma ontvingen na het volgen van een bijkomend studiejaar (post-secundair, maar geen tertiair onderwijs). Het hoogste onderwijsniveau (ISCED 5-6) ten slotte omvat die personen die een diploma hoger onderwijs (hogeschool of universiteit) op zak hebben.

Vroegtijdig schoolverlaten betekent dat de jongere de school verliet met enkel een diploma basisonderwijs of een diploma lager secundair onderwijs (ISCED 1-2).

14.2 SONAR

Op Vlaams niveau werd reeds in 1999 een longitudinale studie opgezet omtrent de transitie van school naar werk. De Studiegroep “Van Onderwijs naar Arbeidsmarkt” (SONAR) organiseerde haar eerste enquête in de periode oktober 1999-maart 2000. De resultaten hiervan werden reeds gepubliceerd in ‘Jongeren in transitie’ (Steunpunt WAV-SSA & SONAR, 2001) en in ‘Jongeren op zoek naar werk’ (Steunpunt WAV-SSA & SONAR, 2002). Een tweede enquête werd in de loop van 2002 uitgevoerd. Momenteel is men bezig met de verwerking van de resultaten van deze tweede cohorte 23-jarigen. In de nabije toekomst zal men dan de eerste cohorte voor de tweede maal bevragen.

In de eerste SONAR-enquête (oktober 1999-maart 2000) werden zo’n 3 000 Vlaamse jongeren van het geboortejaar 1976 ondervraagd. Ongeveer 15% van de jongeren uit deze cohorte zat nog op de schoolbanken ten tijde van de bevraging. Dit betekent dat het merendeel van de jongeren de school reeds verliet. Wanneer de kenmerken van de transitie van school naar werk worden besproken op basis van de SONAR-enquête en wanneer er in dit verband wordt gesproken over de Vlaamse schoolverlaters, doelt men op deze laatste groep.

Het begrip eerste job slaat in het SONAR-onderzoek op de eerste job van minstens één maand. Allerlei kleinere jobs van kortere duur (bijvoorbeeld interimjobs van een week) worden hierbij dus niet meegeteld.

De SONAR-enquête maakt voorts een onderscheid tussen vier onderwijsniveaus die min of meer kunnen vergeleken worden met de indeling die de ad hoc module hanteert:

1) respondenten die het secundair onderwijs niet hebben voltooid;

2) respondenten die het secundair onderwijs hebben afgerond met een diploma of getuigschrift;

3) respondenten die hoger onderwijs hebben aangevat, maar dit niet met een diploma of getuigschrift hebben afgerond;

4) respondenten die het hoger onderwijs - lange, korte type of universiteit – hebben voltooid.

SONAR definieert de ongekwalificeerde uitstroom in drie trappen, waarvan de ruimste definitie (trap 1) min of meer overeenstemt met de gehanteerde definitie van vroegtijdig schoolverlaten in de ad hoc module.
Tot de ongekwalificeerde schoolverlaters behoort wie niet in het bezit is van:

TRAP 1
Diploma of studiegetuigschrift tweede jaar van de derde graad voltijds secundair onderwijs

TRAP 2
Getuigschrift derde jaar van de tweede graad BSO
Kwalificatiegetuigschrift DBSO
Attest vijfde jaar BuSO-OV3
Getuigschrift middenstandsopleiding

TRAP 3
Getuigschrift tweede graad TSO/BSO

Bron: SONAR